Jeugdrechtadvocaat Marije Jeltes (42) hangt vanwege de bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand per 1 september haar toga aan de wilgen. ‘Dit is niet meer vol te houden.’

Onderstaand verhaal uit het advocatenblad is treffend voor alle advocaten die op toevoegingsbasis werken. Asieladvocaten hebben daar ook mee te maken.  Asielvragers, gezinshereningen, etc  krijgen een advocaat op toevoeging.


Jeltes, mede-oprichter van JSTW Advocaten in Amsterdam, prijkte nog op de cover van Advocatenblad nummer 2 van dit jaar. Ze nam deel aan het togaprotest op 1 februari 2018. ‘Dat protesteren heeft ook niks uitgehaald. Het is zo frustrerend om te zien.’ Dit weekend maakte ze bekend te stoppen als advocaat na dertien jaar in het vak. ‘Dat komt door een opeenstapeling van factoren. Maar de belangrijkste volgt ook uit het rapport van de commissie Van der Meer: eigenlijk ben je aan het werk voor niks. Ik werk me het schompes voor een rotsalaris. Op een gegeven moment weegt het niet op tegen wat je allemaal moet doen,’ zegt de mede-oprichter van de vereniging Jeugdrechtadvocaten Amsterdam (JRAA).

De ‘debiele tijdstippen’ waarop Jeltes haar cliënten soms moet bijstaan weegt mee. Daar komt bij dat ze veel moet reizen, terwijl advocaten slechts een reiskostenvergoeding van negen cent per kilometer krijgen. ‘Als ik naar het Noorden ga, wat ik vaak doe, dan schiet ik er bij in. Het is eigenlijk te gek voor woorden dat er nooit een inflatiecorrectie is geweest.’

BEDREIGING
Het vak wordt steeds bedreigender voor advocaten, vindt Jeltes. ‘De vergoedingen gaan niet omhoog. De extra uren-aanvragen zijn een crime: twaalf ordners dossier wil kennelijk nog niet zeggen dat een zaak feitelijk of juridisch complex is. Er wordt alleen maar bezuinigd. Of er komen meer regelingen voor slachtoffers die de rechten van verdachten aan banden leggen. Dat maakt ons ook beperkter in ons werk. Het vergt meer tijd om alles aan verdachten uit te leggen en om je voor te bereiden. Die bedreiging blijft bestaan. Dat komt omdat we in de hoek zitten waar de klappen vallen. Het bijstaan van verdachten is impopulair.’

In het jeugdrecht zijn er veel soort zaken waarin een minderjarige geen recht op een advocaat heeft. ‘Leerplichtzaken, uithuisplaatsingen in het netwerk of in een pleeggezin, ondertoezichtstellingen: daarvoor bestaat geen recht op een advocaat. Die zaken deed ik gratis omdat ik vind dat die jongeren wel een advocaat nodig hebben en de ouders het niet kunnen betalen.’

‘Ik heb heel lang geprobeerd om het vol te houden.’

TIENTJE
Om dit soort zaken onbetaald te kunnen doen, was Jeltes al gaan lesgeven. ‘Dat is veel rendabeler. Bruto verdien je in veel zaken op toevoeging ongeveer 33 euro. Na kosten en belastingen houd je daar netto een tientje aan over. Ik heb heel lang geprobeerd om het vol te houden. Ik ben, ook uit idealisme en om de zwakkeren in de maatschappij te beschermen, slachtofferzaken erbij gaan doen, inclusief specialisatie. BOPZ doe ik ook. Ik heb heel veel gedaan om het onderste uit de kan te halen. Maar op een gegeven moment is de maat vol en dat is nu.’

Wat Jeltes na haar uitschrijving gaat doen, weet ze nog niet. ‘Ik hoop ergens binnen te komen waar ik het systeem kan beïnvloeden en zo ook een stem aan de jeugd kan geven. Terugkomen in de advocatuur sluit ik niet uit, maar voorlopig niet. Dit is niet meer vol te houden.’